De huismus in Zeewolde
"Zeewolde heeft een goede basis om veel huismussen te huisvesten"
Elk jaar kiezen de Vogelbescherming en Sovon een vogelsoort uit die wel wat extra aandacht kan gebruiken. In 2024 is dat de huismus, één van de meest geliefde en meest talrijke vogels van ons land. Maar ook een vogel waarvan de aantallen in de laatste decennia met 60% zijn gedaald. Daarom deed Isabelle Bense, ecoloog van de gemeente Zeewolde, een onderzoek naar hoe het staat met de huismus in ons dorp.
“Het is moeilijk om op basis van mijn onderzoek te zeggen hoeveel huismussen er totaal in Zeewolde voorkomen en hoe zich dat verhoudt tot het verleden. Maar dat was ook niet zozeer het doel van mijn onderzoek. Ik wilde vooral weten waar in Zeewolde de mussenpopulatie goed is en waar minder. Op die manier kunnen we als gemeente bekijken waar we maatregelen moeten nemen om de huismus te helpen.
In maart, tijdens het broedseizoen, heb ik inwoners gevraagd om melding te maken van waar zij mussen zien. In het najaar, als mussen verder van het nest zijn en meer in groepen leven, heb ik dezelfde oproep gedaan. Daarop kwamen best veel reacties en ik ben beide keren op verschillende plekken gaan kijken om eigen waarnemingen te doen. Op basis van alle opgehaalde gegevens schat ik dat er in Zeewolde tussen de 1.000 en 1.500 huismussen leven. Dat is een mooi aantal en zeker beter dan in een aantal grote steden, maar beter kan natuurlijk altijd.
Wat in ieder geval goed is om te zien is dat de mussen verspreid over heel Zeewolde voorkomen. Dus ook in de nieuwe wijken. En we zien dat er op een aantal plekken grote populaties leven van tussen de 50 en 100 mussen. De grootste populatie lijkt zich te bevinden in de Grote Haag. Een toepasselijke naam, want juist grote hagen zijn van groot belang voor de huismuis. Maar daarover zo meer!
Populaties van tussen de 50 en 100 mussen zijn nodig voor het voortbestaan van de huismus. Een populatie huismussen bestaat namelijk altijd uit paartjes en singles. De groep moet groot genoeg zijn om paartje te kunnen vormen. Als een groep bijvoorbeeld kleiner is dan 25 mussen dan wordt de groep kwetsbaar. Er is dan niet genoeg keuze voor het vinden van een partner. Bovendien leven mussen in groepen om elkaar te waarschuwen voor gevaar en te wijzen op plekken waar voedsel is te vinden. Als een groep te klein wordt, wordt de kans op overleven voor de mus dus steeds kleiner.
Vraag is dan natuurlijk wat we als gemeente en inwoners doen om de populaties huismussen te helpen om op sterkte te blijven en waar nodig te vergoten. Daarvoor moeten we eerst kijken naar de problemen voor de huismus. Het grootste probleem is het gebrek aan nestplekken. Mussen bouwen hun nestjes graag onder dakpannen. Maar tegenwoordig ligt bij veel huizen vogelschroot in de dakgoot of onder de dakpannen om grotere vogels van het dak te weren. Hierdoor komen mussen ook niet meer onder de dakpannen. Daarom adviseren wij om vogelschroten altijd op twee dakpannen van de goot te plaatsen. De voorste dakpannen dienen dan als nestplek voor de mus. Een of meerdere nestkastje plaatsen aan de gevel is natuurlijk een andere oplossing.
Daarnaast moet er voldoende voedsel zijn in de omgeving van het nest. Omdat de jonge musjesleven van insecten moeten er voldoende struiken en planten binnen 50 meter van het nest zijn. Het gaat dan om struiken en planten die van nature voorkomen in Nederland en die insecten aantrekken. Ook maken deze planten zaden, die de huismus in het najaar kan eten. Die planten en struiken vind je niet in tegeltuinen en dat is één van de redenen waarom wij inwoners altijd vragen om hun tuinen te vergroenen.
Tot slot is het voor de huismus belangrijk dat hij zich kan verstoppen voor katten. En daar komt de grote haag in beeld. Mussen verstoppen zich het makkelijkst in dichte hagen en struiken. In de winter kunnen ze daar als groep veilig in slapen en hebben ze direct voldoende voedsel in hun omgeving. En wanneer de jongen uitvliegen, kunnen ze de eerste dagen ook veilig door hun ouders gevoerd worden in de beschutting van de haag.
Al met al is mijn conclusie dat Zeewolde een goede basis heeft om veel mussen te huisvesten. We hebben een groene gemeente waar de wijken door groen ook goed met elkaar verbonden zijn. Daardoor zijn mussen overal wel te vinden. Maar het verbeteren van de plekken waar lage aantallen voorkomen is belangrijk. Als gemeente houden we bij wijkrenovaties hier rekening mee. Voor de huismus essentiële planten en struiken halen we niet weg. Of, als het echt niet anders kan, herplanten we ze op geschikte andere plekken in de wijk. Uiteraard houden we daarbij ook rekening met het broedseizoen van de huismus. En verder stimuleren we inwoners zoveel mogelijk om tegeltuinen aan te pakken. Het aanbieden van de Tegeltaxi en het ruilen van tegels voor plantenpakketten zijn daar voorbeelden van.”
Zo kunt u de huismus helpen
- Zorg voor nestplekken: Maak dakpannen bereikbaar of plaats een broedkastje.
- Zorg voor voedsel: Plant struiken en planten die insecten aantrekken in de omgeving van de nestplek.
- Zorg voor verstopplekken: Plant struiken en planten met dichte begroeiing in uw tuin en om uw huis.